De pas afgewerkte nieuwe woontoren ‘Trinity’ in Oostende loopt in de kijker. Dat niet enkel door zijn voor de Belgische kust uitzonderlijke hoogte (17 bouwlagen), maar zeker ook door zijn architectuur van de hand van Binst Architects.
door Jan Hoffman
Binst Architects was met Trinity niet aan zijn proefstuk toe. Eerder al tekende het ook voor One Baelskaai, dat deel uitmaakt van hetzelfde Oostendse masterplan voor de ontwikkeling van de Oosteroever. One Baelskaai was een eerdere stap in het grotere geheel van een gedurfde stadsontwikkeling en paste in de grootschalige ontwikkeling tot een hippe, nieuwe stadwijk in de Vuurtorenwijk. Bij Trinity merken we een toren met 17 bouwlagen – de eerste toren aan de Belgische kust – die vier appartementen per laag schikt met zeer ruime terrassen als gestapelde tafels boven elkaar.
Trinity is de eerste toren aan de Belgische kust.
“Het masterplan voor het nieuwe Oostende trekt de kaart van een hoogwaardige architectuur met een brede signatuur“, geeft CEO Luc Binst van Binst Architects mee. “Wij probeerden de opdracht te vertalen in een abstract expressionisme met een gezond evenwicht van intelligente ingetogenheid en een beheerste expressie.”
Strakke, modernistische benadering
“Ook bij dit project zul je merken dat we onze verantwoordelijkheid als architecten verder zien gaan dan louter het realiseren van esthetische gebouwen. Het geheel moet bijdragen aan het sociale en ruimtelijke welzijn van de stedelijke omgeving en bij Trinity kozen we doelbewust voor een strakke, modernistische benadering die contrasteert met ons eerdere project One Baelskaai, maar die toch even sterk als landmark functioneert.”
Een strakke, modernistische benadering fungeert als een sterk landmark.
In de officiële voorstelling van Trinity, dat in samenwerking met hoofdaannemer Versluys Groep afgewerkt werd tussen 2017 en 2024 en daarmee fase 1 van het masterplan Oosteroever afrondt, staat dat het de centrale bedoeling was een strak hoekbaken en lichtlantaarn naar het dok te creëren. Om dit te bereiken wordt teruggegrepen naar een javanais met zwevende boorden uit wit gepolijst beton.
“Dit deden we niet zomaar”, stelt Luc Binst. “Wat we wilden bereiken, was dat er zeer heldere woonlagen ontstonden. Die voorzagen we van zwart buitenschrijnwerk en bijzondere spiegelscheidingen tussen de appartementen. Deze dwarse tussenschoppen kun je beschouwen als ‘architecturale kieuwen’. Zij verheffen het geheel en tonen zich aan de buitenwereld als een karaktervolle, tijdloze en lichte verschijning.”
Er ontstonden zeer heldere woonlagen, voorzien van zwart buitenschrijnwerk en bijzondere spiegelscheidingen tussen de appartementen.
17 bouwlagen
De woontoren volgde tijdens de uitvoeringsfase het masterplan: er kwamen 17 bouwlagen en een technisch dakniveau. Het geheel ziet er ogenschijnlijk eenvoudig uit, maar schijn bedriegt.
“Twee bouwlagen bevinden zich ondergronds, zij vormen een onderdeel van de parking die twee fasen met elkaar verbindt. Vervolgens is er het gelijkvloerse niveau, dat bestaat uit een royale inkompartij die de centrale kern ontsluit. Verder bevat dit gelijkvloers vier commerciële ruimtes die de plint activeren, met achteraan een fietsenstalling die via het binnengebied vlot toegankelijk is. De verdiepingen zelf bestaan elk uit vier ruime appartementen rond de kern. Die zijn stuk voor stuk voorzien van ruime uitpandige terrassen die als continue schijven van diverse diktes in gepolijst beton het karakter van de toren in grote mate mee bepalen. De terrassen kragen maximaal 1,50 m uit op de rooilijn.”
Door de beglazing en spiegelende vinnen krijgt de toren een zekere lichtheid die naadloos aansluit op de gedurfde stadsontwikkeling van het masterplan Oosteroever.
“Als je van buitenaf kijkt naar de toren, die 71 luxe-appartementen omvat, dan merk je hoe de straatgevels maximaal beglaasd werden. Dit deden we niet enkel in functie van de creatie van zichten en lichten, maar ook om het geheel een transparant karakter te bezorgen. Enkele diepe smalle vinnen in zwart spiegelende beglazing breken de horizontaliteit van de terrasboorden en zorgen ervoor dat de toren een slank uitzicht kreeg. Deze vinnen zijn dusdanig gepositioneerd dat ze ook als privacyscherm dienen voor de eerste meter van het terras. Hierdoor ontstaan windluwe, beschutte hoeken op elk van de terrassen. Bijkomend versterkt het spiegelende karakter van de vinnen de aanwezigheid van de steeds veranderende omgeving en verruimen ze de blik van de bewoners. Door de beglazing en de spiegelende vinnen komt de gevel in tweede lijn als ijl en licht over. Beide materialen materialiseren op hun manier ‘afwezigheid’, waardoor de terrasboorden lijken te zweven boven elkaar. Dit geeft de toren een zekere lichtheid en laat deze naadloos aansluiten bij de gedurfde stadsontwikkeling waarvoor het masterplan Oosteroever staat. Met het hele ontwerp wilden we rust en eenvoud brengen op de hoek Vuurtorendok Zuid – Victorialaan. Het ging hier immers niet om architectuur die enkel visueel wil imponeren, het geheel moet ook staan voor een duurzame maatschappelijke waarde.”
Van Knokke tot Middelkerke
Een natuurlijke slotvraag is of er nog andere projecten in de pijplijn steken voor Binst Architects, dat eerder niet enkel actief was in Oostende, maar ook bij Duin en Park in Knokke.
“Het antwoord daarop is ja. Al kan ik wel nog geen details meegeven”, lacht Luc Binst. “Een aantal projecten steken in de ontwerpfase, maar dat is het enige wat ik voorlopig kwijt kan. Laat me het er bij houden dat de ontwerpen zich ruwweg situeren van Knokke tot Middelkerke.”
Alle beelden © Binst Architects